Biologische remediatie & barrières

Verschillende organische verontreinigingen kunnen biologisch verwijderd worden door de micro-organismen of bacteriën die in de bodem aanwezig zijn te activeren. Deze bodemsaneringstechniek noemt men bioremediatie. Be-Con BV heeft ervaring in deze bodemsaneringstechniek opgebouwd door deze als in-situsaneringstechniek toe te passen. Bij in-situsanering wordt de bodem niet uitgegraven. Dit is in tegenstelling tot ex-situsanering waar de verontreinigde bodem in eerste instantie wordt uitgegraven om vervolgens ter plaatse of op een andere locatie te worden behandeld.

In-situ bioremediatie

Bij in-situ bioremediatie wordt de biologische afbraak van verontreinigingen in de bodem in situ of ter plaatse gestimuleerd. Meestal worden de micro-organismen die reeds in de bodem aanwezig zijn gestimuleerd door het inbrengen van voedingsstoffen (ook wel koolstofbron of nutriënten genoemd). Men kan ook specifieke, commercieel beschikbare bacteriële culturen hanteren om bijvoorbeeld de biologische afbraak te versnellen.

Verontreinigingen die veelvuldig in de bodems in Vlaanderen zijn terecht gekomen en die ook meestal in de bodem biologisch afgebroken kunnen worden, zijn vluchtige organische chloorverbindingen (VOCl's). De meeste VOCl's worden afgebroken door anaërobe micro-organismen. Dit betekent door micro-organismen die leven onder zuurstofloze omstandigheden. Deze micro-organismen leven dan ook in de verzadigde zone (= onder de grondwatertafel) van de bodem. De foto toont de bioremediatie door Be-Con BV van een bodem die verontreinigd is met VOCl's. De bioremediatie wordt gestimuleerd door het aanbrengen van melasse als voedingsbron in de pluim van de verontreiniging. 

Biologische wanden of barrières

Een bodem die verontreinigd is, vertoont meestal twee gedeeltes: de verontreinigingsbron en de verontreinigingspluim. De verontreinigingsbron is de plaats waar de verontreiniging is ontstaan. Indien de verontreiniging zich bevindt tot in de verzadigde zone (= onder de grondwatertafel), dan is de kans reëel dat deze verontreiniging van de bron weg, verder in de bodem wordt verspreid door de grondwaterstroming. Men noemt dit het ontstaan van de verontreinigingspluim.

Men kan de verdere verspreiding van de verontreiniging in de bodem beperken door stroomafwaarts, aan de rand van de pluim doorlaatbare biologische wanden of barrières te plaatsen. Deze biologische wanden zijn qua techniek vergelijkbaar met de hoger beschreven bioremediatie. Bij biologische processen gaat ook bijzondere aandacht naar opvolging of monitoring. Het betreft de monitoring van zowel de milieuparameters die het afbraakproces kunnen beïnvloeden, als de bodemkwaliteitsparameters en  de operationele procesparameters. 

Biologische remediatie & barrières

{{ popup_title }}

{{ popup_close_text }}

x